In een samenwerkingsverband passend onderwijs werken reguliere scholen en scholen voor gespecialiseerd onderwijs in een regio samen. Zo maken zij afspraken over welke begeleiding de reguliere scholen bieden, welke leerlingen een plek krijgen in het gespecialiseerd onderwijs en hoe de ondersteuningsmiddelen worden verdeeld.

Meer informatie over de samenwerkingsverbanden passend onderwijs in de verschillende regio’s vindt u website Samenwerkingsverbanden op de kaart.

In 2014 werd passend onderwijs ingevoerd. Passend onderwijs moet ervoor zorgen dat alle leerlingen een plek krijgen op een school die past die bij hun kwaliteiten en mogelijkheden. Op die manier kan elke leerling zich zo optimaal mogelijk ontwikkelen, ook wanneer extra ondersteuning in de klas nodig is. 

Uitgangspunten hierbij zijn: 

  • een leerling gaat naar het regulier onderwijs (een gewone school) als dat kan;  
  • een leerling gaat naar het speciaal onderwijs als dat nodig is;  
  • elke leerling gaat in de eigen regio naar school 

Samenwerkingsverbanden van scholen zorgen ervoor dat de kinderen binnen hun regio naar de school gaan die bij hen past. 

Vanaf de start hebben zeven samenwerkende onderzoeksinstituten de ontwikkeling van passend onderwijs nauwgezet gevolgd. Dat heeft geleid tot een rapport dat in mei 2020 is afgerond. Belangrijkste conclusies uit dit rapport zijn: 

  • de organisatie van de extra ondersteuning voor leerlingen is verbeterd; 
  • voor leraren en ouders heeft passend onderwijs minder opgeleverd dan verwacht; 
  • het effect van passend onderwijs is niet goed te stellen. 

Het ministerie van OCW heeft zelf een veldtraject uitgevoerd. Tijdens twee bijeenkomsten in maart 2020 zijn gesprekken gevoerd met mensen die dagelijks te maken hebben met passend onderwijs. Dit heeft geleid tot een praatplaat met bijbehorende toelichting die u kunt downloaden. De opbrengsten van onderzoek en veldtraject geven samen een beeld van waar passend onderwijs nu staat en waar het naartoe moet met passend onderwijs.  

Onze VSO-scholen hebben een duidelijk doel voor ogen: leerlingen waar mogelijk een diploma laten halen en voorbereiden op een plek in de samenleving. Er zijn diverse routes naar deelcertificaten en diploma’s mogelijk. Welke route een kind kan volgen, verschilt per schooltype en is daarnaast ook afhankelijk van de partners in het regulier voortgezet onderwijs waarmee de RENN4-school een samenwerking heeft. Hieronder schetsen we globaal de mogelijkheden: 

  • Overstappen naar regulier voortgezet onderwijs 

Als blijkt dat een kind de extra ondersteuning van de VSO-school niet meer nodig heeft, dan bestaat de mogelijkheid om over te stappen naar een school voor regulier voortgezet onderwijs. Op deze school kan het kind dan het diploma (vmbohavo of vwo) halen. Er zijn VSO-scholen van RENN4 die hiervoor een samenwerking hebben met partners in het regulier voortgezet onderwijs.  

  • Behalen van deelcertificaten  

Blijft een leerling op de VSO-school, dan is het mogelijk om voor de leerroutes vmbo BB en vmbo KB deelcertificaten te halen. Dit kan op twee manieren: 

– via gewone examens, als in symbiose wordt samengewerkt met het regulier onderwijs. Symbiose wil zeggen dat de VSO-leerling een aantal vakken volgt in een school voor regulier voortgezet onderwijs. 

– via staatsexamens. 

  • Behalen van diplomavmbo, havo en vwo 

Een VSO-leerling kan voor VMBO TL een volledig diploma halen via staatsexamens. Daarnaast is het mogelijk dat een leerling via examens van bureau IVIO een havodiplomhaalt. 

Wilt u weten welke route uw kind kan volgen? Informeer dan bij de VSO-school van uw kind. 

Hoelang een leerling op een RENN4-school blijft, is afhankelijk van zijn/haar ontwikkeling. Overstappen naar het regulier onderwijs is mogelijk als blijkt dat de leerling de extra ondersteuning vanuit het gespecialiseerd onderwijs niet meer nodig heeft. Dit bepaalt de school altijd in samenspraak met de beoogde school in het regulier onderwijs en in afstemming met ouders/verzorgers en zo mogelijk de leerling. 

Elke leerling krijgt onderwijs dat past bij zijn/haar mogelijkheden en onderwijsbehoeften. Een beschrijving van het onderwijsaanbod vindt u in de schoolgids van de school waar uw kind naar toe gaat.  

RENN4 heeft scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO), speciaal onderwijs (SO) en voortgezet speciaal onderwijs (VSO).  

Binnen het SO en VSO heeft RENN4 scholen die gespecialiseerd onderwijs bieden aan leerlingen met lichamelijke en/of verstandelijke beperkingen en scholen met een gespecialiseerd aanbod voor leerlingen met ernstige gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen. 

SBO-scholen zijn bedoeld voor leerlingen die een leerachterstand hebben, leerlingen bij wie opvoedingsmoeilijkheden spelen en leerlingen die extra zorg en aandacht nodig hebben. Het SBO is voor leerlingen die het op een reguliere basisschool (een gewone basisschool) niet redden. Deze leerlingen hebben een lichtere problematiek dan leerlingen op een SO-school.  

Op een SBO-school verwerven leerlingen dezelfde basiskennis als leerlingen op een gewone basisschool, maar zij mogen daar langer over doen. Uitlopen kan tot 14 jaar. Om een plek te krijgen op een SBO-school heeft de leerling een toelaatbaarheidsverklaring (TLV SBO) nodig. De SBO-school stelt voor elke leerling een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) op. In het OPP beschrijft de school: 

  • wat de extra ondersteuningsbehoeften van de leerling zijn;  
  • hoe met extra hulp en begeleiding in de extra ondersteuningsbehoeften wordt voorzien; 
  • en wat de doelen voor die extra hulp en begeleiding zijn.   

Speciaal onderwijs (SO) is er voor leerlingen die specifieke onderwijsbehoeften hebben, waaraan ook een SBO-school niet kan voldoen. Om een plek in het SO te krijgen is een TLV SO nodig. De SO-school stelt voor elke leerling een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) op. In het OPP beschrijft de school:  

  • wat de extra ondersteuningsbehoeften van de leerling zijn,  
  • hoe met extra hulp en begeleiding in de extra ondersteuningsbehoeften wordt voorzien;
  • en wat de doelen voor die extra hulp en begeleiding zijn.