Willeke Norder, leerkracht op de Erasmusschool (voor Voortgezet Speciaal Onderwijs, VSO) in Groningen, heeft een Promotiebeurs ontvangen van de NWO. Zij gaat aan de hand van het CARE-model en de zelfdeterminatietheorie onderzoek doen naar de vraag hoe leerlingen in het Voortgezet Speciaal Onderwijs hun schoolgang ervaren.
In het CARE-model staan de drie basisbehoeften competentie, autonomie en relatie centraal. Er wordt van uit gegaan dat een mens pas welzijn en motivatie kan ervaren als deze drie basisbehoeften vervuld zijn. In het onderzoek wordt dus gekeken naar wat leerlingen motiveert en hoe het onderwijs bijdraagt aan die motivatie en welzijn. Willeke: ‘Mijn ervaring is dat veel leerlingen het niet fijn vinden om op een VSO-school te zitten en ook liever niet aan anderen vertellen op welke school ze zitten. Ik wil meer weten over hoe ze school ervaren, en waarom. We geven les en professionele begeleiding aan deze leerlingen, maar ik denk dat we ze pas echt bereiken als we weten wat hen motiveert.’

‘Niet óver leerlingen praten, maar mét ze praten!’
Willeke staat vanaf augustus nog twee dagen per week voor de klas op de Erasmusschool en houdt zich daarnaast twee dagen per week bezig met het onderzoek, waarin ze begeleid wordt door universitair hoofddocent en onderzoeker Anke de Boer en professor Alexander Minnaert van de Rijksuniversiteit Groningen. Anke is ook als directeur Onderwijs, Onderzoek en kwaliteitszorg a.i. werkzaam binnen RENN4. Het onderzoek is nu in de voorbereidingsfase en start na de zomervakantie. Dan gaat Willeke individuele gesprekken voeren met zo’n 30 tot 50 leerlingen van verschillende VSO-scholen binnen RENN4.
Niet alleen schoolgaande leerlingen maar ook thuiszitters worden bevraagd. De vragen voor de gesprekken worden gemaakt in samenspraak met 8-10 leerlingen van de Erasmusschool en het Diamantcollege. Willeke: ‘We willen echt weten wat er speelt en wat onze leerlingen bezighoudt. Door de vragen vanuit de belevingswereld van de leerlingen te formuleren, kunnen we nog beter aansluiten op hun ervaringen en krijgen we een realistisch beeld. Er wordt zoveel óver deze groep gepraat. Ik wil vooral mét ze praten’.
Waardevolle expertise en ervaringen van collega’s in de klas
Het onderzoek richt zich in eerste instantie op leerlingen maar nadat de data is verzameld en geanalyseerd, gaat Willeke ook in gesprek met leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel op de VSO-scholen. Willeke licht dat toe: ‘De kennis en ervaring van collega’s in de klas is heel belangrijk. Om te begrijpen wat een leerling motiveert, moeten we ook begrijpen wat wij als leerkrachten doen en waarom we dat doen.’ De uitkomsten van het onderzoek zijn uiteindelijk niet alleen belangrijk voor leerlingen en leerkrachten in het VSO maar ook voor het regulier onderwijs. Willeke: ‘Motivatie, of het gebrek daaraan, is op veel scholen onderwerp van gesprek. De kennis die voortkomt uit dit onderzoek wil ik daarom breed delen, zodat ook collega’s in het regulier voortgezet onderwijs rekening kunnen houden met de psychologische basisbehoeften van leerlingen om hun motivatie en welzijn in het oog te houden!’