Stel je eens voor. Je bent een kind van een jaar of 8. Thuis zijn de nodige problemen. Een veilige thuissituatie is niet vanzelfsprekend. Je hebt al op verschillende scholen gezeten, maar steeds lukte het niet. Je kampt met uitbarstingen van agressie. Je werd meerdere keren geschorst, totdat je helemaal thuis kwam te zitten. Bijna dagelijks zie je hulpverleners van verschillende instanties, maar wat je het allerliefste wilt, is samen met leeftijdsgenootjes naar school gaan…
Het klinkt als een schrijnend verhaal. Helaas niet uniek. Nog steeds zijn er kinderen die wel willen, maar bij wie het niet lukt om onderwijs te volgen. Binnen het gespecialiseerd onderwijs in Hoogeveen van RENN4 wordt samen met partners juist in deze groep kinderen geïnvesteerd. Elke leerling heeft talenten en elke leerling heeft het recht om deze te kunnen mogen laten zien. Daarom startte er aan het begin van dit schooljaar een pilot, waarbij twee pedagogisch medewerkers van Ambiq en Cosis aan de school gekoppeld werden.
Hoe het begon
De gemeente Hoogeveen is initiatiefnemer van de pilot. Er is dagelijks een pedagogisch medewerker op school aanwezig. Die ondersteunt de leerlingen, coacht de leerkrachten en onderhoudt de contacten met ouders. De gemeente had de wens om zorg binnen het onderwijs op een andere manier vorm te geven. Zodat een kind en zijn of haar gezin minder verschillende hulpverleners zien, er eerder en sneller hulp geboden kan worden en er uiteindelijk ook kosten worden bespaard.
Een puzzel
Miriam Swarts is leerkracht van een onderwijszorgklas in Hoogeveen. In een kleine samenstelling, maximaal 6 leerlingen, worden kinderen begeleid van een thuiszitsituatie, schooltrauma en/of grote ondersteuningsbehoefte naar een reguliere onderwijsplek. Miriam: “Sommige omstandigheden maken dat het voor leerlingen niet altijd mogelijk is om naar school te gaan. Vanuit dat gegeven is er de wens om onderwijs en zorg meer te integreren. Dat is zeker in het begin een echte puzzel. Je hebt niet één aanpak die voor elk kind werkt, maar je kijkt steeds naar maatwerk. Het doel is steeds gelijk: in samenwerking onderwijs mogelijk maken.”
Marrit Poog, pedagogisch medewerker bij Ambiq, herkent de zoektocht van Miriam: “In een pilot ben je het hele jaar op reis. In het begin was het best nog wel zoeken hoe we het precies zouden gaan invullen. Nu het een geoliede machine aan het worden is, is het te hopen dat de pilot verlengd wordt. Er zijn nog zovele mooie dingen die we kunnen gaan doen. Je gunt elk kind de kans op fijn onderwijs.”

Een kind dat groeit
Nikolien de Wolde werkte bij Cosis met kinderen met een verstandelijke beperking: “Ik wilde altijd al graag iets doen met onderwijs. Dat ik nu meedraai in deze pilot voelt heel goed. Ik word heel gelukkig als ik zie dat een kind vooruit kan.” Dat vooruit helpen kan op heel veel verschillende manieren. Nikolien: “Toen er twee kinderen waren die het heel lastig vonden om op tijd op school te komen, hebben we die een tijd lang minimaal 1 keer per week van huis opgehaald. We hielpen de kinderen bij het bedenken van wat je moet meenemen en hoe laat je van huis moet vertrekken om op tijd te komen.” Marrit herinnert zich nog een jongetje dat lang thuis had gezeten. Door agressief gedrag had hij het erg moeilijk in de klas. “Het is zo fijn als je een band kunt opbouwen met zo’n kind. Hij is mij als een soort vertrouwenspersoon gaan zien en zoekt mij actief op als hij ergens tegenaan loopt,” vertelt Marrit. Volgens Miriam zit de kracht er ook in dat het juist iemand anders is dan de leerkracht: “Je kunt een andere band opbouwen met de leerkracht dan met de hulpverlener.”
Samen met ouders
Ouders spelen een cruciale rol in de ontwikkeling van kinderen. Daarom investeren Nikolien en Marrit ook in het betrekken van ouders. Nikolien: “Wij maken tijd om het contact met ouders goed te onderhouden. Daardoor voelen ouders de verbinding heel goed en durven ze ook eerder iets aan te kaarten wat thuis lastig is.” Marrit vult aan: “In coronatijd was dat vooral via digitale communicatie, maar als het weer kan willen we de ouders ook meer de school binnenhalen en meer op huisbezoek gaan.”

Tijd en ruimte gaat helpen
Naar verwachting wordt in juli een besluit genomen of de pilot een vervolg krijgt. Miriam, Marrit en Nikolien zijn het wel eens: dat vervolg dat moet er komen. Miriam: “In de onderwijszorgklas ben ik ooit begonnen met twee kinderen. Met één meisje heb ik de eerste drie maanden vooral slijm gemaakt. Daar werd ze rustig van. Toen tijdens het maken van een afspeellijst een liedje van Marco Borsato voorbijkwam, barstte ze in tranen uit. Het herinnerde haar aan het gemis van haar vader en lieve huisdieren die er niet meer waren. Dat je tijd en ruimte aan een kind kan geven, is heel belangrijk. Hopelijk krijgen we daarvoor meer tijd.” Ook Nikolien en Marrit zien met een verlenging van de pilot nog meer mogelijkheden. Marrit: “De basis staat nu. We hebben duidelijke afspraken over hoe hulpvragen bij ons terecht moeten komen en tegelijkertijd zijn we er ook nog steeds om ad hoc te ondersteunen. We willen uitbouwen wat we zijn gestart.” Nikolien vult aan: “Het gaat hier deels ook om het preventief inzetten van jeugdhulp. Juist om te voorkomen dat kinderen te maken krijgen met meerdere hulpverleners (in de school) of zelfs thuis komen te zitten. Dan kun je niet al na een jaar meten wat het effect is.”
Stap voor stap
Aansluiten bij het tempo van een kind, betekent soms ook kleine stapjes zetten. Elk stapje kan een succeservaring zijn. De eerste leerling die Nikolien en Marrit begeleidden, staat hen nog helder voor de bril. Nikolien: “Onze eerste leerling was een meisje dat zeer extreem gedrag liet zien. Ze had al op veel verschillende scholen gezeten.” Het meisje dreigde thuis te komen zitten. Door zeer intensieve begeleiding is dit voorkomen. Marrit: “We zijn gestart met 5 ochtenden 1-op-1 begeleiding. Stap voor stap hebben we haar begeleid in het naar school gaan. Ook hebben we de leerkracht en onderwijsassistent gecoacht, waardoor ook deze leerling vooruit konden helpen.” Nikolien: “Het is heel knap dat zij nu 5 dagen op school is, waarvan nog maar één ochtend met ondersteuning. En ze vliegt echt nog wel eens de klas uit, maar heeft ook zeker stappen gezet!
De sleutel tot succes
Binnen de pilot en de onderwijszorgklas is het gelukt om thuiszitters weer op school te krijgen, om uitval te voorkomen en om het aantal schorsingen flink terug te dringen. Wat is toch het geheim van dit succes? De drie vrouwen vallen even stil. En ook wordt het meteen genuanceerd dat het niet bij elk kind is gelukt. Dat kenmerkt de sterke gedrevenheid die de boventoon voert in het gesprek. Alle drie willen ze heel graag in gezamenlijkheid iets moois doen voor ieder kind. De drive en de samenwerking zijn dan misschien ook wel de sleutel tot succes. Miriam: “Als je in de klas tegen een probleem aanloopt, kan je direct gecoacht worden. Of als een leerling even tijd en ruimte nodig heeft, kunnen Nikolien en Marrit daarin begeleiden. Die samenwerking is heel waardevol.” Enigszins bescheiden vult Nikolien aan: “Wij hebben andere kennis en expertise dan leerkrachten. Door die in te zetten ben je echt aanvullend op elkaar.” Ook vanuit kinderen is waardering voor de aanwezigheid van de zorgmedewerkers in de school. “Soms is dat een blik of een knuffel. Soms is het een kind dat even zwaait of vraagt wanneer je er weer bent,” vertelt Nikolien glunderend. “Het kind die positieve schoolervaring geven. Dat is waar we het samen voor doen,” besluit Marrit.